Toelichting formulier aanvraag verklaring niet-reinigbaarheid grond

Versie mei 2024

Inloggen met eHerkenning

Voor het verwerken van een aanvraag of melding zijn uw persoons- en contactgegevens nodig. Deze dient u eenmalig op te geven. Wanneer u voor de eerste keer inlogt via eHerkenning, dan registreert u deze gegevens. In Inloggen met eHerkenning staat hoe dit proces (Contactgegevens registreren bij eerste inlog; Wijzigen contactgegevens) verloopt. U bent succesvol ingelogd als de inlog-knop is gewijzigd in Uitloggen.

ALGEMEEN

Een verklaring van niet-reinigbaarheid van verontreinigde grond geeft aan dat de desbetreffende partij grond niet reinigbaar noch koud-immobiliseerbaar is tot een nuttig toepasbaar product en leidt voor die partij tot ontheffing van het stortverbod volgens het Besluit stortplaatsen en stortverboden afvalstoffen (Bssa).

Een aanvraag voor een verklaring verontreinigde grond voor het Bssa vindt altijd plaats na ontgraving van de grond en op basis van een ex-situ partijkeuring, met uitzondering van:

  • grond met een gemiddeld gewogen asbestgehalte hoger of gelijk dan 100 mg/kg droge stof;
  • residu van de procesmatige reiniging van grond waaruit naar verwachting niet-reinigbaar te storten residu zal ontstaan en dat is gereinigd overeenkomstig het bepaalde in BRL SIKB 7500 en SIKB-protocol 7510, door een persoon of instelling die daartoe volgens het Besluit bodemkwaliteit erkend is;
  • grond die in de Ministeriële Regeling beoordeling reinigbaarheid grond is gekwalificeerd als zijnde evident niet-reinigbaar.

Het formulier 'Aanvraag verklaring niet-reinigbaarheid grond' kunt u gebruiken voor een aanvraag van een verklaring van niet-reinigbaarheid in het kader van het Bssa.
Een aanmelding in het kader van het Bssa wordt door Rijkswaterstaat uitsluitend in behandeling genomen op basis van een ex-situ partijkeuring met monsterneming volgens SIKB-protocol 1001 (2 x 50 grepen van ca. 180 gram per deelpartij van maximaal 2.000 ton) en monstervoorbehandeling en –analyse volgens Accreditatieprogramma voor keuring van partijen grond, bouwstoffen en korrelvormige afvalstoffen (AP04).

Grond met een gemiddeld gewogen asbestgehalte hoger of gelijk dan 100 mg/kg droge stof vormt hierop een uitzondering. In geval van met asbest verontreinigde grond kan voor een aanmelding in het kader van het Bssa ook worden volstaan met een in-situ bodemonderzoek volgens NEN 5707 (in geval van < 20% bodemvreemd materiaal) of NEN 5897 (in geval van > 20% bodemvreemd materiaal), aangevuld met in-situ bodemonderzoeksgegevens van overige chemische en fysische parameters. De locatie-inspectie en het veldwerk bij asbest in bodemonderzoek moet in dat geval wel uitgevoerd worden door een persoon of instelling, die daartoe volgens het Besluit bodemkwaliteit is erkend, overeenkomstig SIKB-protocol 2018.

Een beoordeling in het kader van het Bssa of afgifte van een verklaring van niet-reinigbaarheid door Rijkswaterstaat is kosteloos. De termijn van een beoordeling bedraagt maximaal vier weken, als de gegevens volledig en correct zijn aangeleverd.

Wij raden u aan om al tijdens de voorbereiding van de ontgraving rekening te houden met de melding aan Rijkswaterstaat en het verwerkingstraject van de grondstromen. Bij het uitvoeren van bodemonderzoek en het opstellen van een saneringsplan en -bestek kunt u denken aan het volgende:

  • scheiding aan de bron, namelijk het gescheiden ontgraven van partijen met depotbemonstering is vaak de beste methode; de hogere ontgravings- en handlingskosten worden vaak goedgemaakt door de lagere transport-, reinigings- en stortkosten en het elimineren van risico's;
  • inrichting van depots voor een correcte en uniforme kwalificatie van een partij grond. Bij voorkeur op de saneringslocaties en als dit onmogelijk of onwenselijk is bij de beoogde verwerkingslocatie van de grond of op een Tijdelijke Opslag Plaats (TOP).