Certificatieproces

Bodemintermediairs die momenteel nog niet zijn gecertificeerd, moeten alsnog een certificaat behalen. Hieronder vindt u een korte omschrijving van het certificatieproces. Rijkswaterstaat geeft geen certificaten af!

Certificatie bestaat uit een zogenaamde initiële beoordeling en periodieke beoordelingen.

Initiële beoordeling

  • De organisatie verwerkt eisen uit de betreffende beoordelingsrichtlijn (BRL) en normdocumenten in haar (nog op te stellen) kwaliteitshandboek:
    • vastleggen procedures;
    • vastleggen werkinstructies;
    • vastleggen verantwoordelijkheden en bevoegdheden;
  • De organisatie gaat werken volgens haar kwaliteitshandboek (implementatie BRL).
  • De organisatie voert interne audit en managementbeoordeling uit (interne beoordeling van het functioneren van het kwaliteitssysteem).
  • De organisatie sluit een certificatieovereenkomst met een erkende certificerende instelling voor externe beoordeling van het kwaliteitssysteem.
  • De certificerende instelling voert audit uit:
    • beoordelen kwaliteitshandboek;
    • uitvoeren kantooraudit;
    • indien van toepassing: uitvoeren van inspecties tijdens het uitvoeren van de werkzaamheden door de organisatie;
  • Als tijdens de beoordeling afwijkingen zijn vastgesteld, moet de bodemintermediair corrigerende maatregelen nemen en deze door de certificerende instelling laten beoordelen.
  • De certificerende instelling geeft het certificaat af nadat bij de (her)beoordeling blijkt dat de organisatie voldoet aan de BRL.

Na het behalen van het certificaat kan de bodemintermediair erkenning aanvragen bij Bodem+.

Periodieke beoordeling

Na het behalen van het certificaat voert de certificerende instelling periodiek controles uit.

  • De certificaathouder onderhoudt zijn kwaliteitssysteem:
    • uitvoeren van interne beoordelingen van het kwaliteitssysteem;
    • aanpassen van werkwijze en/of kwaliteitshandboek bij veranderingen in de organisatie;
    De certificerende instelling voert periodieke aangekondigde kantooraudits uit en als van toepassing (on)aangekondigde veldinspecties.
  • Als tijdens de controles afwijkingen worden geconstateerd, moet de certificaathouder corrigerende maatregelen nemen en deze door de certificerende instelling laten beoordelen.
  • Als de corrigerende maatregelen onvoldoende zijn, kan het certificaat tijdelijk worden geschorst of zelfs worden ingetrokken. De certificerende instelling meldt dit aan Bodem+, omdat dit ook gevolgen heeft voor de erkenning.
  • Als sprake is van wijzigingen in het certificaat (bijvoorbeeld door een wijziging in de BRL, de werkzaamheden zoals vermeld op het certificaat of wijzigingen in de bedrijfsgegevens van de certificaathouder) wordt door de certificerende instelling een nieuw certificaat afgegeven. De bodemintermediair dient een wijziging van zijn erkenning aan te vragen bij Rijkswaterstaat.

Een aantal certificerende instellingen is momenteel geaccrediteerd voor één of meer van de werkzaamheden die onder Kwalibo vallen.